McLaren

McLaren is een Formule 1-team uit het Verenigd Koninkrijk. Het hoofdkwartier van McLaren is gevestigd in het Engelse Woking. McLaren is opgericht door voormalig Formule 1-coureur en 24 uur van Le Mans-winnaar Bruce McLaren, een racer uit Nieuw-Zeeland die al op jonge leeftijd naar Europa trok om te racen. McLaren is één van de meest succesvolle teams uit de Formule 1-geschiedenis.

Team

De teameigenaar van McLaren is de Amerikaanse zakenman Zak Brown. De teamleider van het Formule 1-team van McLaren is de Duitser Andreas Seidl. De Britse ontwerper James Key heeft de leiding over het technische gedeelte van het Formule 1-team. Het rijdersduo van McLaren wordt gevormd door Daniel Ricciardo uit Australië en Lando Norris uit het Verenigd Koninkrijk. Mocht één van die coureurs om welke reden dan ook afwezig zijn, dan kan McLaren een beroep doen op de reserverijders van Mercedes (Nyck de Vries, Stoffel Vandoorne) en Alpine (Oscar Piastri) om deze te vervangen. McLaren maakt gebruik van de motoren van Mercedes.

Geschiedenis in de Formule 1

Tijdens de Grand Prix van Monaco in 1966 verschijnt Bruce McLaren, een bekende naam in de racewereld, die al meerdere Grands Prix in de Formule 1 heeft gewonnen, met zijn eigen wagen aan de start. Dat is in de jaren ’60 niet ongebruikelijk. McLaren volgt het voorbeeld van onder meer Jack Brabham. Zijn continentgenoot (Australië) heeft kort daarvoor een eigen renstal gestart en zal op weg zijn om de eerste coureur te worden die wereldkampioen wordt in zijn eigen wagen.

Dat geluk heeft Bruce McLaren niet. Hij wint een wedstrijd – de Belgische Grand Prix van 1968 op het circuit Spa-Francorchamps – maar kort daarna verongelukt de Kiwi tijdens een test op het circuit van Goodwood. Het is aan landgenoot Denny Hulme om het team voort te zetten. Hulme toont zich de ruggengraat van McLaren in de eerste jaren na het overlijden van zijn kameraad en landgenoot. Hij wint meerdere races voor McLaren.

Aangezien Hulme zich liever op het racende vlak houdt, neemt monteur Teddy Mayer de honneurs als teambaas waar. De eerste grote stunt van Mayer is door titelfavoriet Emerson Fittipaldi te contracteren voor het Formule 1-seizoen van 1974. Het is een schot in de roos. Gecombineerd met de puike bolide die McLaren heeft gebouwd, weet de Braziliaanse coureur in dat jaar de concurrentie op afstand te houden om zijn tweede, en McLarens eerste wereldtitel te grijpen.

De eigenaardige Brit James Hunt maakt daar, tegen alle verwachtingen in, twee jaar later twee van. Na een strijd met Niki Lauda, die halverwege het seizoen 1976 bijna levend verbrand en daardoor enkele races moet missen, houdt de immens populaire Hunt bij het sluiten van de markt precies één puntje over. Na het succes van Hunt moet McLaren even geduld hebben voor de derde kroon volgt, maar als die binnen is, gaat het ineens heel rap.

Niemand anders dan Lauda haalt overigens die derde kroon binnen. De Oostenrijkse coureur weet in 1984 ternauwernood zijn talentvolle teammaat Alain Prost van het lijf te houden. De strijd is intens. Aan het einde van het jaar heeft Lauda slechts een half puntje voorsprong, de kleinste marge ooit in de geschiedenis van de Formule 1. Nadat Lauda zijn afscheid aankondigt, neemt Prost de scepter over. De Franse coureur wint in zowel 1985 als 1986 het wereldkampioenschap namens McLaren.

Als McLaren de titels van 1987 aan Wiliams en Nelson Piquet moet laten, wil Ron Dennis – sinds 1981 teambaas aangezien zijn Project 4-renstal is samengevoegd met het McLaren-team – een tweede stercoureur binnenhalen. De Braziliaanse coureur Ayrton Senna wordt gezien als één van de grootste talenten van het Formule 1-veld, die sowieso eens wereldkampioen zal moeten worden. Bovendien kent Senna de steun van motorleverancier Honda. Dennis slaat twee vliegen in één klap door Senna en Honda te contracteren. Omdat zijn techneuten een wonderbolide tekenen, volgt een droomseizoen.

In 1988 wint McLaren met Prost en Senna liefst vijftien van de zestien wedstrijden. De titelstrijd is een intense. Prost en Senna geven elkaar geen duimbreed toe – en het liefste nog iets minder. De Fransman toont zich vaak geslepen door zijn vermogen een wedstrijd te lezen en te beoordelen, waardoor hij meermaals meer punten scoort dan de buitenwacht van tevoren vermoedde. Senna daarentegen is de vechtjas. Hij wil koste wat kost races winnen, wat hem juist weleens achterstevoren of tegen een muurtje doet belanden.

Senna trekt in 1988 aan het langste eind door wereldkampioen te worden. Logischerwijs grijpt McLaren het constructeurskampioenschap. De titels van 1989 gaan wederom naar McLaren, al is het ditmaal Prost die de rijderstitel wint. Dat gaat niet zonder slag of stoot. Senna en Prost komen in de voorlaatste race van het jaar, waarin Prost de titel kan winnen, met elkaar in aanraking. Omdat Prost uitvalt en Senna wordt gediskwalificeerd, is Prost automatisch kampioen. Prost wil echter niet langer samenwerken met de in zijn ogen onsportieve Senna en vertrekt richting Ferrari.

Zodoende heeft Senna het rijk alleen bij McLaren, want aan zijn nieuwe teammaat Gerhard Berger heeft hij geen concurrent als Prost. In 1990 en 1991 wint Senna de titels. McLaren wordt in beide jaren constructeurskampioen. Daarna kent het Britse team een lastige tijd. Williams en later ook Benetton blijken sterker. Als ook Ferrari zich voor McLaren voegt, is het pardoes verleden tijd met de overwinningen en titels. Na Senna’s winst in Australië 1993, zijn laatste race in dienst van McLaren, duurt het tot het voorjaar van 1997 eer McLaren weer een Grand Prix wint.

David Coulthard is in eerste instantie de blikvanger, maar zijn teammaat Mika Häkkinen blijkt nog iets rapper. De Finse coureur wint daardoor de wereldtitels van 1998 en 1999, maar niet nadat hij een hevig gevecht met Ferrari-coureurs Michael Schumacher (1998) en Eddie Irvine (1999) heeft afgeleverd. Lewis Hamilton blijkt na een spectaculaire slotfase de kampioen van 2008 en is daarmee de laatste McLaren-kampioen.

Max Verstappen nieuws