Alpine F1 Team

Alpine F1 Team

Alpine is een Formule 1-team uit Frankrijk. Het hoofdkwartier van het Alpine Formule 1-team is gevestigd in het Britse dorpje Enstone. Alpine is de voortzetting van het Renault Formule 1-team, dat vanaf het seizoen 2021 onder een andere naam verder ging. Renault behoort tot de selecte club van automerken die zowel meerdere rijders- als constructeurstitels in de Formule 1 heeft gewonnen.

Team

De teambaas van het Alpine Formule 1-team is de Roemeen Otmar Szafnauer, die vanwege zijn studietijd in de Verenigde Staten overigens meer als een Amerikaan klinkt. Laurent Rossi uit Frankrijk is de uitvoerend directeur, waar Pat Fry het technische gedeelte overziet. Matt Harman is de technische directeur van Alpine. Het rijdersduo van het Alpine Formule 1-team wordt gevormd door tweevoudig Formule 1-wereldkampioen Fernando Alonso uit Spanje en zijn Franse collega Esteban Ocon. De veelbelovende Australische coureur Oscar Piastri is aan Alpine verbonden als reserverijder. Alpine maakt logischerwijs gebruik van de motoren van Renault.

Geschiedenis in de Formule 1

Als fabrieksteam maakt Renault haar entree in de Formule 1 in het seizoen 1977. In de laatste vijf Grands Prix van het seizoen mag de Franse coureur Jean-Pierre Jabouille zijn opwachting maken in een geelwitte wagen met een baanbrekende turbomotor in het achteronder. In de eerste paar races waaraan Renault deelneemt, gaat die revolutionaire motor vaker stuk dan dat deze heel blijft. Daarom betitelt de concurrentie de wagen van Renault gekscherend als ‘de gele theepot’.

Met horten en stoten probeert Renault zich te manifesteren op de Formule 1-startopstelling. Vanaf 1979 gaat het significant beter. Het Franse merk breidt uit naar twee wagens, als René Arnoux als tweede coureur wordt aangesteld. Jabouille en Arnoux bekronen het zware werk dat de Renault-teamleden hebben verricht tijdens de Franse Grand Prix van 1979. Het Franse duo sleept een één-drietje in de wacht en verovert zodoende meerdere trofeeën in één keer.

Met Alain Prost, die Jabouille vervangt, vanaf 1981 achter het stuur, maakt Renault serieuze kansen op de wereldtitels. In zowel 1982 als 1983 ontpopt Prost zich tot één van de titelkandidaten. Arnoux komt voornamelijk op zaterdag sterk voor de dag. Hij behaalt de ene na de andere poleposition, maar kan ze niet vaak omzetten in raceoverwinningen. Als Prost in 1983 ternauwernood naast de titel grijpt, verlaat hij Renault voor McLaren. Enkele jaren later trekt Renault de stekker uit haar Formule 1-project.

De Régie keert echter in 2002 weer terug. Ditmaal niet met een eigen opgericht team, maar door een renstal over te nemen. Waar in de beginjaren ’80, toen Renault nog zelf deel uitmaakte van de Formule 1, het team Toleman werd opgericht, is die renstal door de jaren heen veranderd in Benetton. Benetton blijkt behoorlijk succesvol. Het team wint meerdere Grands Prix dankzij Michael Schumacher, Nelson Piquet, Gerhard Berger en Johnny Herbert en wordt zowaar constructeurskampioen in 1995. Renault koopt het team in 2000, om twee jaar later terug te kunnen keren op de grid.

Het tweede leven van Renault in de Formule 1 is nóg succesvoller dan het eerste. Want waar Jabouille, Prost en Arnoux al overwinningen behaalden, daar weet Fernando Alonso eindelijk de titelban te breken. In 2005 en 2006 wordt de Spanjaard namens Renault wereldkampioen in de Formule 1. In beide jaren zorgt teammaat Giancarlo Fisichella er bovendien voor dat ook de constructeurstitel naar Frankrijk gaat. Hoewel, Frankrijk…

Het team van Renault bouwt enkel haar motoren in Frankrijk. In Viry-Châtillon, om precies te zijn. De wagens zien het levenslicht in het Britse Enstone, waar de fabriek van Benetton is gevestigd. Zodoende is het fabrieksteam van Renault in haar tweede leven een Brits-Franse combinatie. Na de titelwinsten van Alonso gaat het Renault snel minder voorspoedig. Fisichella en Alonso’s opvolger Heikki Kovalainen kunnen een terugval niet voorkomen en ook als Alonso weer terugkeert, moet Renault lijdzaam toezien hoe in eerste instantie McLaren en Ferrari en later Red Bull en Brawn aan de touwtjes trekken. Het noopt Renault er in 2010 toe de inboedel te verkopen aan een Luxemburgs investeringsbureau.

Renault komt echter een derde keer terug. Ditmaal koopt het haar ‘eigen’ team weer terug. Waar er tussen 2011 en 2015 onder de noemer ‘Lotus’ wordt geracet met onder meer Kimi Räikkönen, Romain Grosjean en Pastor Maldonado, daar keert Renault terug voor het Formule 1-seizoen van 2016. Rijders Kevin Magnussen en Jolyon Palmer worden aangespoord niet al te hoge verwachtingen te hebben van het nieuwe seizoen, Renault ontwikkelt namelijk enkel de wagen van 2015 door, om de focus op 2017 te richten.

Als Renault voor dat jaar een nieuwe wagen bouwt, blijkt die goed genoeg voor de middenmoot. Nieuwe rijder Nico Hülkenberg kroont zich in 2018 tot beste van de rest en Daniel Ricciardo scoort in 2020 een tweetal podiumplaatsen, maar winnen is iets uit het verleden. Als het management van de overkoepelde Renault Group overhoop wordt gehaald, wordt er tevens een nieuwe weg ingeslagen met het raceteam. Om de historie van weleer te doen herleven haalt Renault de naam van Alpine van stal.

Met een terugkerende Alonso en het Franse talent Esteban Ocon in de zitjes van de Formule 1-wagens hoopt Alpine voor een nieuw elan te kunnen zorgen. Dat lukt wonderwel. Ocon boekt een gelukkige eerste Grand Prix-zege tijdens de Hongaarse Grand Prix van 2021, Alonso rijdt enkele maanden later naar een populaire podiumplaats bij de Grand Prix van Qatar. Hij finisht achter Lewis Hamilton en Max Verstappen op een keurige derde plaats. De titels van weleer zijn nog niet in beeld, maar de weg voorwaarts is ingezet.

Max Verstappen nieuws