2007 was een tumultueus jaar bij McLaren. Fernando Alonso, op dat moment tweevoudig wereldkampioen en een gevestigde waarde in de Formule 1, en Lewis Hamilton reden er gedurende één jaar samen. De twee piloten konden het echter niet met mekaar vinden aangezien de Britse rookie weigerde om te rijden in functie van zijn Spaanse collega.
Zeggen dat de twee niet door dezelfde deur konden dat seizoen, is een understatement. Het ging zelfs zo ver dat Alonso, tijdens de GP van Hongarije, bewust stopte in de pits om ervoor te zorgen dat Hamiltons bandenwissel werd vertraagd. Zowel op als naast het circuit ging het hard tegen hard. Marc Priestley, een voormalige monteur bij McLaren, doet nu zijn boekje open over de situatie bij de Britse renstal dat jaar.
Priestley vertelde in de podcast Pitstop dat hij in 2007 een enveloppe gevuld met geld kreeg van Alonso's entourage in de hoop het team naar zijn kant te krijgen. Het zou gaan om 1500 euro dat de monteurs toegestopt kregen. "Er was een moment in 2007 waar Fernando opdook bij een race en ik arriveerde en Fernando's manager of zijn trainer kleine bruine enveloppen vol contant geld uitdeelt aan iedereen die niet aan de auto van Lewis werkte. Dus zijn team, het ondersteuningsteam die aan de T-car werkten zoals ik, kregen allemaal van die kleine bruine enveloppen en ik herinner me dat ik de envelop opende en er ongeveer €1.500 aan contact geld in zat."
De tactiek van Alonso keerde echter als een boemerang terug, want de ploegleiding van McLaren kwam erachter en dwong iedereen die een enveloppe had gekregen het geld te doneren aan een goed doel. "Aan de ene kant kun je zeggen dat het een slimme tactiek was, maar uiteindelijk kwam de teamleiding er simpelweg achter en dwong ons al het geld te doneren aan een goed doel, wat prima was."