Nadat op zaterdag IndyCar-coureur Graham Rahal al zijn kritiek uitte op de FIA en het superlicentie-systeem, komt een andere IndyCar-coureur ook op voor Colton Herta. Alexander Rossi weet zelf hoe ingewikkeld het superlicentie-systeem is, want hij reed in 2015 vijf races voor Manor. Herta kan volgend jaar niet deelnemen aan de F1, wat waarschijnlijk wel gebeurd was als hij een superlicentie in bezit had. In de IndyCar is er verontwaardigd gereageerd op het nieuws, omdat ze daar de Amerikaanse raceklasse gelijk zien aan de Formule 1. Rossi kan als geen ander vertellen hoe de twee raceklasses vergelijken met elkaar.
Na zijn jaar in Manor in 2015 verkaste hij naar Andretti Autosport en won daar direct de Indy 500. Nu de superlicentie-discussie oplaait, voelt hij dat hij er iets over kwijt moet. “Ik heb lang genoeg mijn mond gehouden. De hele reden (van de superlicentie) was om te voorkomen dat mensen zichzelf in de Formule 1 zouden kopen en om talenten gemotiveerd te houden.”
“Dat is goed, ik denk dat we allemaal kunnen bevestigen dat Colton het talent heeft om in de F1 te rijden. Hij moet die kans krijgen als hem dat aangeboden wordt. Punt.” Door een gebrek aan superlicentie-punten moet hij nu die kans aan zich voorbij laten gaan. “Ik denk dat het fundamentele probleem ligt bij het sportieve element, wat vaak ondergewaardeerd wordt aan de businesskant.”
Wat Rossi hiermee bedoeld, is dat ze in de F1 de regels ingesteld hebben om ‘pay-drivers’ in F1 te voorkomen, maar dat het de verkeerde manier is om dat fenomeen tegen te houden. “Uiteindelijk hebben deze beslissingen ervoor gezorgd dat Colton de kans mist om zelf de keuze te maken of hij zijn carrière om wil gooien en in F1 wil rijden. Punten op een licentie mogen dat niet bepalen.”