Dat Max Verstappen een gigantisch succesvol jaar achter de rug heeft in de Formule 1, blijkt natuurlijk uit alle statistieken.
Daarbij ging het niet alleen om het sportieve aspect, ook de financiële kant is een belangrijke factor in de koningsklasse van de autosport. Dit wordt maar al te vaak benadrukt door de teams.
Zeker sinds de internationale autosportfederatie een budgetplafond instelde voor de teams om zich aan te moeten houden - dit was een maatregel om de teams qua prestaties dichter bij elkaar te brengen, proberen de teams allerlei zaken te vinden om de kosten zo laag mogelijk te houden.
Erkende brokkenpiloot
Wat daarbij enorm helpt, is als een coureur gedurende een jaar zo weinig mogelijk schade rijdt. In het schadeklassement eindigde Verstappen onderaan, wat natuurlijk de beste plaats is in deze ranglijst. Hij reed 'slechts' 345.000 Amerikaanse dollars aan schade bij elkaar.
Degene die na Verstappen het minst uitgaf, was de nummer drie in Abu Dhabi: George Russell beschadigde zijn Mercedes W14 voor bijna het dubbele aan dollars.
Red Bull moest het in totaal met meer dan 3,5 miljoen dollar aan schade doen, daar had de op twee na hoogste schadepost van Sergio Pérez alles mee te maken: meer dan 3 miljoen Amerikaanse dollars aan reparaties moesten er aan zijn RB19 worden gedaan.
De absolute schadekoning was natuurlijk rookie Logan Sargeant; de Amerikaan reed voor meer dan vier miljoen aan brokken bij elkaar, waarmee hij Williams gelijk ook - Alexander Albon prijkt namelijk op P6 - bovenaan het lijstje van de constructeurs plaatste. Daarin had Mercedes een topjaar; Lewis Hamilton en Russell reden bij elkaar anderhalf miljoen aan schade over 2023.
At least Ferrari rescued the P2 in World Destructor's Championship pic.twitter.com/tr0orP09T0
— Mahir 🇹🇷🇬🇧 (@ScrewderiaF1) November 27, 2023