Het 2023-seizoen van de Formule 1 komt met de dag dichterbij. Het belooft een seizoen te worden waarin de spanning enorm is. Potentieel is het ook een seizoen waarin een nieuw record neergezet wordt als het aankomt op de Formule 1-coureurs met de meeste wereldtitels. Daarom blikken we eerst even terug op de F1-coureurs met de meeste kampioenschappen op hun naam.
1. Michael Schumacher - 7 wereldtitels
We trappen natuurlijk af bij de man die - gedeeld - de meeste wereldtitels op zijn naam heeft staan: Michael Schumacher. De Duitser was de eerste Formule 1-coureur ooit die zeven jaargangen in de Formule 1 wist te winnen. Het is een prestatie die slechts één keer geëvenaard werd, maar Schumacher was de eerste in de rij.
Dat niet alleen, de Duitser pakte zijn laatste kampioenschap in een jaar waarin hij ongekend dominant was. Het betreft het 2004-seizoen waarin
Schumi dertien van de zeventien te rijden races wist te winnen. Dat niet alleen, de Duitser pakte 80 procent van alle voor één coureur maximaal te behalen punten in dat seizoen. De laatste titel bekroonde een prachtige periode voor de Duitser, die dat jaar voor de vijfde keer op rij wereldkampioen werd.
2. Lewis Hamilton - 7 wereldtitels
Ook Lewis Hamilton wist zeven keer de wereldtitel in de Formule 1 op zijn naam te schrijven. De Brit deed het in 2008, 2014, 2015 en vervolgens van 2017 tot en met 2020. Gezien de Mercedes-coureur nog altijd racet, kan hij het record nog voor zichzelf pakken als hij de komende jaren nog één keer wereldkampioen weet te worden.
Dan zal de Brit alleen wel dezelfde hoogtes moeten weten te halen als in 2019. Het is ongetwijfeld het beste jaar van Hamilton. Dat seizoen pakte hij elf overwinningen, vijf pole positions en stond de Mercedes-coureur zeventien keer op het podium. Het leverde hem 413 punten op in een seizoen, waarmee hij (tot vorig jaar) het record had voor meeste punten ooit in een Formule 1-jaar.
3. Juan Manuel Fangio - 5 wereldtitels
Van zeven wereldtitels schakelen we door naar de vijf bokalen die Juan Manuel Fangio ontving in de jaren ‘50. Voor de komst van Schumacher en Hamilton was het deze Argentijn die het record van meeste F1-kampioenschappen in handen had. De coureur die ook wel bekend stond als 'El Maestro' was één van de oudste coureurs die in ieder van zijn seizoenen mee reed, maar dat maakte voor hem niets uit.
Fangio wist tijdens zijn tijdperk in de Formule 1 bijna de helft van al zijn races te winnen, een record waar menig coureur jaloers op is. Welke race nou daadwerkelijk de kroon spant voor El Maestro staat nog altijd ter discussie. Als je het ons vraagt is het de overwinning in Duitsland in 1957 toen hij voor het laatst als eerste over de streep kwam op 46-jarige leeftijd.
4. Alain Prost - 4 wereldtitels
Op de vierde plek staat Alain Prost, wederom een legende in de Formule 1-wereld. De Fransman won vier van de dertien seizoenen waarin hij meedeed. Over zijn loopbaan werden 51 van de 199 races gewonnen, bovendien begon hij in zijn carrière 33 vanaf Pole Position. Wat de Fransman tevens indrukwekkend maakt is het feit dat de coureur meer dan de helft van zijn races eindigde met een podiumplek.
De vier wereldtitels van Prost zijn daarnaast iconisch, gezien de verhitte rivaliteit die de coureur had met Ayrton Senna. Ondanks de felle strijd tussen de twee, wist de Fransman in 1985, 1986, 1989 en 1993 de wereldtitel te veroveren. De 1989-titel zal voor eeuwig opvallen gezien dat één van de jaren is waarin het tweetal het meest met elkaar vocht.
5. Sebastian Vettel - 4 wereldtitels
We sluiten de lijst af met Sebastian Vettel, wederom een coureur die vier wereldtitels op zijn naam wist te zetten. De stint van de Duitser is wellicht wat indrukwekkender dan die van Prost, maar het is ook een compleet ander tijdperk. Vettel wist zijn vier titels namelijk in vier jaar op rij te winnen.
Net als bij Schumacher, was ook voor Vettel het laatste kampioensjaar het meest indrukwekkend. De Duitser wist toen namelijk dertien van de negentien races te winnen in het 2013-seizoen. Daarmee evenaarde hij het winstrecord in een seizoen van Schumacher. De coureur sloot het seizoen af met 397 punten en kwam onderaan de streep zestien keer op het podium terecht.